Ik zie ruimte voor een nieuwe term, de plug-between. Een plug-in (of “invoegtoepassing”) is een uitbreiding op een (programma) interface, de host. Bij de host is veelal bedacht wat de precieze interface is waar een potentiële plugin aan moet voldoen. Voorbeelden zijn plugins op WordPress en de Netscape Server Application Programming Interface (NSAPI).
Ook een mooi voorbeeld is een Nespresso machine. Hiervoor kan je cups kopen via Nespresso, maar ook bij de Albert Heijn of de Jumbo, al naar gelang je smaak en je budget. Als de cups waar de espressokoffie in gaat maar voldoen aan de specificities, werkt het. Zo kwam ik ook in aanraking met de Coffee Duck, een herbruikbaar plastic cupje waar je zelf je eigen espressogemalen koffie in kan doen.
In het verlengde hiervan maakt de firma Konig een memory expander voor de PlayStation 2.
Het is een aanvulling op je bestaande PlayStation memory card, en vergroot daarmee de totale geheugencapaciteit. Het intressante eraan is dat de memory expander zich naar de host toe voordoet als een plug-in en naar de plug-in toe als een host.
Nog een mooi voorbeeld (en Nederlands product) is de hdmyboy, een handige gagdget die het videobeeld van een originele Game Boy opschaalt naar HD-kwaliteit en via HDMI doorstuurt naar een monitor.
Het apparaatje doet dat door zich diep in de Game Boy te nestelen op een plek waar twee componenten zijn verbonden via een bandkabel. Ook hier doet de plug-between zijn werk.
Als ontwikkelaar zie ik hiervoor meerdere toepassingen voor software, bijvoorbeeld een backofficeapplicatie met database en business logica regels, die zich ook kan voordoen als een database. Hierin liggen mogelijkheden voor het uitbreiden van legacy software (waar bijv. geen broncode meer van is). De software an sich verandert niet, de wereld eromheen wel!
Als laatste wil ik noemen de toenemende uitbreidbaarheid van Microsoft Visual Studio en de Roslyn compiler.

De compiler als een service biedt ruimte voor diverse plug-ins en plug-betweens.